Joris Luyendijk: vinkjes en minderheden
Donderdag 12 september 2019: Joris Luyendijk te gast bij CNL in samenwerking met Centre Céramique in Maastricht. De vraag was: vertel ons over de bubbel.
Zijn antwoord was veelkleurig, diepgravend en verrassend: de bubbel is een uitvinding van een kleine groep mensen die het gevoel hebben beter te zijn dan de rest van de samenleving. ‘Zij (wij?) weten hoe het zit en willen tussen de yoga en de veganistische kookcursus ook nog iets goeds doen: laten we de bubbel doorbreken en hen helpen te worden zoals wij! Met als resultaat dat zij (wij?) nog tevredener kunnen zijn over zichzelf. We zitten in een bubbel en daardoor weten we niet meer hoeveel we van andere mensen houden’, aldus een bij vlagen cynische Joris Luyendijk.
Andere diersoort?
Luyendijk stelde zich de vraag: waarom gelooft de bubbel waar ik in zit dat ze in een bubbel zit? Dat bracht hem ertoe om de bubbel-believers, maar ook zichzelf, te confronteren met Wilders- en Baudet-stemmers. Hij liet een kort filmpje zien van een protest tegen een asielzoekerscentrum in Purmerend waar Wilders bij aanwezig zou zijn. De mensen die in dat filmpje geïnterviewd werden, hadden hun hoop gevestigd op Geert Wilders: hij komt om hen te helpen. Het filmpje (dat overal in het land op de lachspieren werkt van verstandige bubbel-bewoners) laat zien hoe subtiel mensen worden gediscrimineerd, achtergesteld en buitengesloten. Terwijl hun angsten en boosheid op punten wel degelijk terecht zijn: ‘Ja, ze uiten racistische taal en zijn wetenschapsontkenners, maar dat betekent nog niet dat we naar hen hoeven te kijken alsof het een andere diersoort is. Er is gewoon te weinig geïnvesteerd om deze mensen te vertellen hoe fakenieuws werkt en om hun mogelijkheden te ontplooien. De titel van het rapport van de onderwijsinspectie zegt genoeg: “Gefeliciteerd met het diploma van je ouders”. Sinds een flink aantal jaren is het onderwijs namelijk geen manier meer om je maatschappelijk omhoog te vechten.’
De vinkjes
Vervolgens is Luyendijk gaan uitzoeken wie de groep mensen is die de norm bepaalt. En hij komt tot de conclusie dat dat witte, hetero mannen zijn, afkomstig uit een goed nest, universitair geschoold en Randstads sprekend (wat ze dan hebben gebombardeerd tot ABN): de mensen met 6 vinkjes. Luyendijk geeft ruiterlijk toe dat hijzelf ook 6 vinkjes heeft. Deze groep beslaat ongeveer 2% van de Nederlandse bevolking en Rutte, Bos, Pechtold etc. vertegenwoordigen deze groep. De rest hebben ze gebombardeerd tot ‘minderheden’: zielig en zwak. De groep vormt geen eenheid maar heeft wel allerlei manieren om zichzelf in positie te houden. Als voorbeeld noemt Luyendijk de maatregel die het na de hypotheekcrisis mogelijk maakt dat ouders 100.000 euro belastingvrij schenken zodat hun kinderen daar een woning van kunnen kopen. Het si duidelijk welke bevolkingsgroep daarvan profiteert…Volgens Luyendijk waren de bubbels van vroeger – de zuilen – echte bubbels maar ze hadden het voordeel dat ze de hele sociale kolom omvatten: elke zuil vertegenwoordigde rijke én arme mensen, academisch geschoolden en nauwelijks geschoolden. In de jaren 90 waren politici nog enigszins verbonden met de andere sociale klassen omdat hun ouders daartoe behoorden. Inmiddels is die directe lijn met de bevolking weg en voelt ‘de bevolking’ zich niet meer gehoord en vertegenwoordigd.
Minder dan 6 vinkjes: wat nu?
Sommige mensen kunnen zich invechten: ze leren zichzelf een accent aan en proberen zich te gedragen volgens de norm. Maar als ze geen goede begeleiding krijgen om de kunstjes te leren, botsen ze alsnog tegen het glazen plafond: het punt waarop je prestaties niet meer gemeten kunnen worden en waar het erop aankomt om aardig gevonden te worden. Anderen keren zich af van de norm en vestigen hun hoop op partijen als de PVV – in het besef dat die uiteindelijk ook niets kunnen bereiken. Maar ze kijken tenminste niet neer op de mensen. De provocatie die mensen als Wilders inzetten is daarbij een essentieel instrument: dan vallen de ‘6 vinkjes’ over hem heen en neemt de sympathie van zijn stemmers alleen maar verder toe. Luyendijk waarschuwt dat er een groot risico schuilt in wat politici als Wilders en Baudet teweeg brengen: de trias politica, die de basis vormt van de democratie, komt in gevaar. En hoe krakkemikkig en saai het voortdurende politieke debat ook lijkt, het is volgens hem de enige manier om de samenleving vorm te geven en iets voor elkaar te krijgen voor ‘de minderheden’.
Dus bubbels: onzin?! Buiten je bubbel treden door contact met ‘minderheden’ is een vorm van arrogantie, al is het essentieel om empathisch te luisteren naar mensen.
‘Als iemand stinkt en een ander ruikt dat, is er een probleem en geen communicatievraagstuk. Als iemand niet stinkt, maar iemand anders vindt van wel, dan is er een communicatievraagstuk!’
Karin Dormans